Nieuws
Samenwerken met dier en natuur
Frank de Wit runt samen met zijn vrouw Sylvia een melkvee- annex schapenfokbedrijf aan de Middenweg in Oosthuizen. Met hun twee kinderen Laura en Remco, ruim 110 koeien en 100 fokschapen beschikken zij over 70 hectare land. Dag en nacht staat het gezin klaar voor de beesten.
In 2008 opende F.N.M. De Wit de deuren. ‘Hiervoor werkte ik samen met mijn twee broers in de Beemster’, vertelt Frank. ‘Dat is de plek waar we geboren en getogen zijn. Twaalf jaar terug heb ik samen met mijn vrouw dit bedrijf opgericht. Al eerder waren we natuurlijk bezig met het maken van de plannen en het verkrijgen van vergunningen. Dit in nauwe samenwerking met de gemeente en de provincie. Daarnaast heb ik samen met mijn broers een agrarisch loonbedrijf. Hiervoor verlenen we (machinale) dienstverlening aan andere boeren. Ook ben ik de voorzitter van de vereniging Water, Land en Dijken. Deze organisatie houdt zich bezig met plattelandsnatuur en bijvoorbeeld weidevogelbescherming. Wij zorgen er samen met de boeren en vrijwilligers voor dat de kuikentjes veilig opgroeien. Bij deze vereniging zijn circa 500 boeren aangesloten.’
‘ER MOETEN NOG MEER STAPPEN WORDEN GEZET EN WIJ ZIJN ZEKER BEREID OM DAT ALS SECTOR TE DOEN’
24-UURS DIENST
Frank is opgegroeid met een leven vol dieren. ‘Werken met de natuur en inspelen op bijvoorbeeld weerselementen, ziekten en ganzen blijft prikkelend. De uitdagingen lopen hier bij wijze van spreken het erf op. De natuur is onvoorwaardelijk. Je moet er niet tegenin gaan, maar juist ermee samenwerken. Bij mijn bestaan komen verantwoordelijkheid en voldoening kijken. Daarnaast kenmerkt het ondernemerschap zich door keuzevrijheid en uitdagingen. Tussen die uitdagingen door laveren vind ik erg leuk.’
Franks vrouw Sylvia bekommert zich om de schapen en hijzelf om de koeien. ‘Om 06:00 uur gaat m’n wekker en dan ga ik in de stal kijken of alles goed gaat met de beesten. Ook voer ik dan de kalfjes. Die worden het hele jaar door geboren, gemiddeld twee tot drie per week. De koeien worden gemolken door een robot, dus daar heb ik weinig werk aan als de machine geen gekke meldingen geeft. Voor het ontbijt overleg ik met mijn broers over het loonbedrijf. Daarvoor zetten we op dat moment personeel aan het werk. Na het eten ga ik de koeien voeren. Twee keer in de week ben ik op pad voor bestuurswerk voor de vereniging. De andere dagen hangt het van het seizoen af waar ik mee bezig ben. In de warmere maanden is dat landwerk. Onderhoud aan het gebouw en de machines pleeg ik in de winter. Tussen 16:00 uur en 17:30 uur drinken we koffie en daarna ga ik de koeien weer verzorgen. Rond 19:30 uur schuiven we aan tafel voor het avondeten en dan begint de avond. Voor ik naar bed ga, kijk ik nog even in de stal of alle koeien rustig de nacht door kunnen komen. Eigenlijk staat er altijd iets “aan” in ons hoofd. We hebben een soort 24-uurs dienst.’
STIKSTOFPROBLEMATIEK
Het is niemand ontgaan dat de boeren de laatste tijd vaak in het nieuws komen. ‘Het stikstofdossier is een ingewikkelde kwestie. Ik zit er bovenop met mijn werk als voorzitter. Al sinds de jaren negentig hebben wij te maken met een bepaald stikstofbeleid en houden wij ons aan beperkende maatregelen. Dat heeft ertoe geleid dat we als sector 65% minder stikstof uitstoten ten opzichte van dertig jaar terug. Wij zij niet groter geworden, maar de wereld om ons heen wel. Wij krijgen de zwarte piet toegespeeld, maar we zijn niet de enige schuldige. Er zijn ook andere industrieën die, al dan niet bewust, emissie uitstoten. Er moeten nog meer stappen worden gezet en wij zijn zeker bereid om dat als sector te doen. Dat doen we immers al drie decennia lang. Maar wij kunnen het niet alleen.’
“LICENSE TO PRODUCE”
De agrarische sector is veranderd. ‘De kwaliteit waaraan melk en het vlees moet voldoen gaat omhoog. Ook proberen we duurzaamheid te vermarkten. Daarnaast moeten we steeds transparanter werken. De maatschappij kijkt steeds meer mee met wat wij doen. We vertellen ook graag ons verhaal, want als we dan eens “overlast” veroorzaken met de tractor, dan begrijpen ze waarom we dat doen. Af en toe zetten we dus de deuren open. Ik zie dat als een soort “license to produce”. We zien de toekomst met vertrouwen tegemoet, waarin we hoogwaardig en duurzaam voedsel produceren en mogen wonen en werken in deze mooie polder.’
Voor het volledige artikel: ZAAQ Samenwerken met dier en natuur.
Voeding van de toekomst
In 2040 zijn wij de belangrijkste en groenste voedselproducent van de regio
Heeft u een vraag of voorstel?
Uw contactpersoon staat voor u klaar.
Frank de Wit
Stuur mij een mailSharon Veerman
Stuur mij een mailIdeeënbus
Heeft u een goed idee of initiatief om het project aan te vullen of te verbeteren?
mail het ons!